Academische studie naar sculptuur van een zittend kind, getekend door Johannes du Burck in 1826. Du Burck was afkomstig van Sluis en toen leerling in de klas naar plaaster aan de Academie Brugge. Voor de wedstrijd om prijs maakte hij twee studies (zie ook 0016.GRO0187.II) waarmee hij primus van zijn klas werd. Lambert Noos werd tweede (0016.GRO0186.II). Een standbeeld van een kind met zuiltje is voluit weergegeven. Het kind is zittend op een sokkel, afgebeeld in driekwart naar rechts. Het houdt zijn hoofd gedraaid, kijkend naar boven en het gezicht weergegeven in driekwart naar links. Met beide armen omhelst het kind een zuiltje, waar bovenop een doek ligt. Du Burck tekende naar een afgietsel van een van de twee jongetjes die het praalgraf van Monseigneur Antonius Triest in de Gentse Sint-Baafskathedraal flankeren. Deze beeldjes zijn van de hand van Jerôme Du Quesnoy II. Du Burck maakte zijn studie in zwart krijt of houtskool, gehoogd met wit krijt. De aantekeningen duiden op zijn wedstrijddeelname. Op het etiket staat zijn toegewezen tekenletter 'C'. Daarnaast is de academiestempel met gedateerde handtekening van directeur Ducq te zien. Dat du Burck eerste werd op de prijswedstrijd, werd linksonder met een 'J,' (of 1,) genoteerd. Nadien werden hierbij zijn naam en afkomst, behaalde wedstrijdtitel en het wedstrijdjaar toegevoegd.

Einzelheiten

Identifizierung

Linked open data